''Keek op de week'' (06-21)

Op 13 februari vindt het eerste Congres Lokale Politieke Partijen plaats.
Er wordt een manifest overhandigt aan Chris Kuijpers, directeur -generaal Bestuur bij BZK (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Dit manifest bepleit, meer gelijkwaardigheid ontstaat tussen lokale en landelijke partijen, vooral financieel. Het is van belang dat lokale partijen professionele mensen hebben die op basis van kennis en kunde politieke besluiten kunnen nemen en uitvoeren. De lokale partijen hebben een achtergestelde positie ten opzichte van landelijke partijen. Nu is de subsidie voor politieke partijen gekoppeld aan het aantal zetels in de Tweede Kamer: je moet minstens een Kamerzetel hebben en duizend leden om in aanmerking te komen voor geld. Landelijke partijen krijgen jaarlijks 25 miljoen euro, lokale partijen nu niets. Ook krijgen landelijke partijen een bijdrage vanuit de gemeente, als partij en ook nog eens naar rato van het aantal zetels wat men in de raad heeft. Landelijke partijen hebben vaak professionele structuren met een speciale afdeling en trainingen en andere ondersteuning. Lokale partijen hebben dat niet. Als je nog moet uitzoeken hoe een motie of een amendement werkt, of hoe je moet omgaan met onderhandelingen aan de coalitietafel, dan sta je op achterstand. Dat leidt tot onderscheid. Het gaat niet om het geld, maar om wat je ermee kunt doen.
Er zijn gemeenten die via de griffie politieke partijen een financiële bijdrage geven, zodat ze de ruimte hebben om iets te organiseren: een onderzoek of een inloopavond bijvoorbeeld. Maar er zijn ook gemeenten, zoals de onze, die dat niet doen en waarbij een lokale partij dat soort dingen uit eigen zak moet betalen. De landelijke Politiek partijen) zijn in gesprek met het VNG. (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Men wil gelijke behandeling, onder meer door ook subsidie toe te kennen aan lokale partijen.
Ventilatie op de scholen
Het kabinet maakte zondagavond 31 januari officieel bekend dat de basisscholen van het slot mogen. Maandag werd bekend hoe. Een aantal schooldirecteuren laat weten:” Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om onze scholen alleen open te stellen als we dit veilig, verantwoord en uitvoerbaar kunnen doen”. Veel schooldirecteuren hadden gehoopt pas na de krokusvakantie naar fysiek onderwijs over te schakelen. De regels zijn duidelijk: de leerplicht geldt en alle klassen moeten op school komen. Daar zullen dan looproutes, gescheiden pauzes, isolatie van leerkrachten binnen de school en spreiding van de eindtijden van lessen gelden voor de veiligheid. Ook krijgen scholen het dringende advies om leerlingen van groep 7 en 8 een mondkapje te laten dragen buiten de klas. CNV Onderwijs stelt dat het nog een hele puzzel wordt om de scholen op een veilige manier te openen. En nu gaan de scholen binnenkort weer open midden in een vorstperiode; dit geeft weer een extra risico. De droge lucht zal de overdracht van het virus vergemakkelijken. Met name binnen zal de luchtvochtigheidsgraad naar 20% zakken. Wie koude lucht ventileert haalt droge lucht naar binnen in de schoollokalen. Vorig jaar hebben wij een onderzoek gedaan naar de ventilatie in de scholen in Weststellingwerf. Toen bleek dat de ventilatiesystemen van de scholen in onze gemeente niet voor 100% op orde waren. Vanuit het Rijk is geld beschikbaar gesteld om de scholen in alle gemeenten van ons land van ventilatiesystemen te voorzien die voldoen aan de eisen. Nu gaan de basisscholen weer open, we hopen dat alle ventilatiesystemen intussen op orde zijn.
Wij blijven deze ontwikkelingen nauwlettend volgen.